Asturië en Cantabrië

We vliegen naar Bilbao. Na aankomst op de luchthaven in Noord-Spanje rijden we naar Santillana del Mar, waar we een nacht verblijven. (ca. 130 km)

We wandelen door het verstilde middeleeuwse dorp Santillana del Mar. Aan de hoofdstraat zien we de typisch Cantabrische huizen, rijk en kleurig versierd met geraniums aan de balkons. Aan de kust brengen we een bezoek aan Comillas, de kleinste universiteitsplaats van Spanje. Hier zien we het zomerpaleis van de markies van Comillas en El Capricho, een vakantievilla ontworpen door Antoni Gaudí. Aan het einde van de middag rijden we langs San Vicente de la Barquera naar ons hotel in Ojedo, waar we twee nachten verblijven. (ca. 85 km)

De Picos de Europa is het oudste nationale park van Spanje. Het is een grillig gebergte dat is gevormd door erosie van het kalksteen. In Fuente Dé stijgen we met een kabelbaan tot 1.850 meter hoogte en bereiken we het hart van de Picos. We zien de hoogste toppen, zoals die van Peña Vieja (2.613 meter). Eenmaal boven genieten we van het prachtige uitzicht en maken we een korte wandeling. We bezoeken ook Potes, een sfeervol plaatsje met adellijke paleizen en een gezellig plein aan de rivier de Quiviesa. (ca. 50 km)

In de ochtend bezoeken we Llanes, een geliefde kustplaats bij veel Spaanse toeristen. Aan de rand van het stadje staan de moderne hotels en vakantie-appartementen, maar binnen de oude stadsmuren is het heerlijk toeven. Hier dwalen we door smalle straatjes en zien we de kleine schaduwrijke pleintjes met terrassen. De jachthaven is ingericht in de brede rivier die langs het centrum stroomt. Vanaf de hoge stadswal hebben we een mooi uitzicht op Llanes en zien we ook de haven, vanwaar ooit de schepen naar Florida en de Canarische eilanden vertrokken. Vervolgens rijden we naar Ribadesella, een chique badplaats met een lang zandstrand. Aan de boulevard staan stijlvolle koloniale paleizen. In het centrum zien we de kerk van Maria Magdalena. Binnen bewonderen we de imposante gewelfschilderingen rond de vieringskoepel en hoog in de transepten, ontworpen door de gebroeders Aza. In Ribadesella bracht koningin Letizia als kind de vakanties door bij haar opa en oma. Ribadesella is een goede plaats om kennis te maken met de appelwijn, de sidra die op een bijzondere manier wordt ingeschonken. Na dit bezoek rijden we naar de westkant van de Picos de Europa, waar we overnachten in de omgeving van Covadonga. (ca. 130 km)

Een smalle weg vol bochten brengt ons bij de beroemde gletsjermeren van de Picos: lago Ercina en lago Enol. We wanen ons nu echt in een natuurlijk paradijs. Aan de oevers van het meer grazen koeien. Op de achtergrond zien we de toppen van de bergen en langs de wegen gaan herders met schapen en geiten. We maken een heerlijke wandeling langs de meren. Aansluitend bezoeken we het heiligdom van Covadonga. Hier won de visigotische held Pelayo de eerste slag tegen de Moren. De grot waar hij zich schuilhield is nu een kapel. Op het plein voor de neo-romaanse basiliek staat het standbeeld van Pelayo. Voor we de Picos verlaten bezoeken we Cangas de Onís, waar over de rivier de Sella een indrukwekkende romaanse brug ligt. In de middag arriveren we in Oviedo, hoofdstad van het prinsdom van Asturië, waar we twee nachten verblijven. Hier bezoeken we de schatkamer in de kathedraal, waar we de beroemde 9-eeuwse kruizen zien. Ook maken we een wandeling door het sfeervolle centrum dat vol staat met standbeelden, onder andere van Woody Allen. (ca. 115 km)

Cudillero is een van de mooiste plaatsen aan de Cantabrische kust. De kleurige huizen liggen gegroepeerd tegen de heuvels aan het water, in de vorm van een theater met een groot plein als podium. Rond het plein zijn veel restaurants gevestigd, waar de vis vers wordt geserveerd. In de middag bezoeken we buiten Oviedo de twee preromaanse kerken Santa Maria de Naranco en San Miguel de Lillo. Eenmaal terug in het centrum is er nog vrije tijd en kunt u bijvoorbeeld het museum van schone kunsten bezoeken. Het museum heeft een gevarieerde collectie van moderne kunstenaars als Picasso en Dalí tot meesters uit de Spaanse gouden eeuw als Zurbarán, Murillo en El Greco. (ca. 125 km)

We rijden terug naar Cantabrië, waar we in het binnenland twee bijzondere bergdorpjes bezoeken. Carmona ligt in een vallei en is de bakermat van de typische Cantabrische klomp. Via een landelijke route komen we uit in Bárcena Mayor, een bergdorp dat in het natuurpark van Saja-Besaya ligt. Een bosrijk gebied, waar smalle beekjes doorheen kronkelen. Bárcena komt altijd terug in de top tien van mooiste dorpen van Spanje. Vooral dankzij de bewoners die in de zomer hun balkons met geraniums omtoveren in een zee van kleuren. Vervolgens bezoeken we het museum van Altamira, waar de beroemde grot die door UNESCO wordt beschermd op ware schaal is nagebouwd. Uiteraard zien we hier de schilderingen van bizons, paarden en herten die 15.000 jaar geleden in de echte grot werden aangebracht. Niet voor niets wordt de grot van Altamria de Sixtijnse kapel van de prehistorie genoemd. We overnachten in de omgeving van het lieflijke Santillana del Mar. (ca. 230 km)

In Liérganes maken we kennis met Fransisco, de ‘visman’ die ooit in zijn woonplaats het water indook en vervolgens werd gezien in het Kanaal, voor de kust van Denemarken en bij Cádiz. Zijn standbeeld staat aan de oever van de rivier naast de romaanse brug, dicht bij de oude watermolen, waar het museum van Fransisco is ingericht. Líerganes is ook de plaats om de heerlijke churros met chocolate te proeven. Via Castro Urdiales, een mondaine badplaats met veel stadspaleizen uit de tijd van het neo-classisime rijden we naar Bilbao voor de terugvlucht naar Nederland. (ca. 125 km)