Mijn hart huilde
Afgelopen zaterdag was het in Enschede prachtig weer, daarnaast had ik net mijn WW-uitkering gekregen, dus op naar de markt om wat gezonde maar ook lekkere dingen voor mezelf te kopen. Van de dokter had ik onlangs te horen gekregen dat ik moest minderen met zoetigheid te snoepen (oh jee, hoe moet dat nou straks als ik weer naar Ierland mag gaan, ik kan eenvoudig niet de zoete verleidingen van Patricia weerstaan), maar om de één of andere onverklaarbare reden (ik houd het maar op een black out) waren er toch roomsoezen in mijn tas terechtgekomen. En zo kwam ik weer thuis en kon het festival van snoepen gaan beginnen…
Maar bij thuiskomst zag ik een bericht van mijn ‘dochter’ Khemarak uit Siem Reap, Cambodja. Over haar heb ik al eerder geschreven (lees mijn reisverhaal ‘Cambodjaanse bruiloft’) en tijdens mijn reizen door Cambodja vertel ik mijn gasten natuurlijk ook altijd over haar. Nu is het niet vreemd dat ik een berichtje van haar krijg, bijna iedere dag stuurt ze mij wel berichtjes. Over hoe het met haar en de kinderen gaat, maar ook altijd zeer belangstellend naar mij toe ‘How are you daddy?’, ‘What are you doing daddy?’, ‘You already had lunch?’ Ze is altijd zeer bezorgd om mij en iedere keer vraagt ze zich af waarom ik toch geen vrouw heb die voor mij kan zorgen (wat in Cambodja dus heel normaal is), want hoe kan een man nou zelf kleding wassen die niet krimpt of eten koken wat ook nog eens smakelijk is? Iedere keer zeg ik dan weer dat ik mij prima red zo, waarop haar vaste antwoord is dat ik anders maar bij hen moet komen wonen. Per slot van rekening ben ik al 60 en in hun ogen een oude man.
Werkloos in Cambodja
Ook in Cambodja is het coronavirus helaas aanwezig. Voor zover officieel bekend zijn er niet veel dodelijke slachtoffers, maar officieel hoeft in Cambodja niet de waarheid te zijn. Feit is wel dat de Cambodjanen, net als de Vietnamezen trouwens, van jong tot oud doodsbang zijn voor het virus en zich keurig houden aan de social distancing-regels en alleen voor het hoognodige de deur uitgaan. In Siem Reap is misschien wel 70% van de werkenden afhankelijk van het toerisme, maar ook hier is op dit moment geen toerist meer te bekennen, wat direct een enorme werkeloosheid tot gevolg had.
Ook mijn ‘schoonzoon’ raakte werkloos en in Cambodja kennen ze helaas niet de sociale voorzieningen die wij wel hebben. Dus betekent dit voor hem en vele anderen geen werk, geen geld. Khemarak heeft een handelsinstinct en verdiende zelf ook nog wel wat geld met de verkoop van tweedehands kleding op de markt en ook nog andere dingen, zoals doorverkoop van eieren en een eigen visgerecht maken en doorverkopen. Al een paar keer had ik haar gevraagd of zij zich kon redden en steevast was het antwoord dat ze nog wel wat geld had.
Maar in het bericht dat ik kreeg toen ik thuiskwam vanuit de stad was de situatie toch wel veranderd. Mensen gingen al een tijdje niet meer naar de markt om kleding te kopen en zodoende moest ze mij een vraag stellen die ze nooit eerder gesteld had : “Daddy, can you help me? I can not buy milk for your grandsons”.
Al die lekkere dingen die ik voor mezelf gekocht had, zijn niet aangeraakt. Mijn hart huilde…
Volg ons