The Killing Fields van Siem Reap
Het was weer een mooie zonnige dag in Cambodja en ik heb tuk tuk-rijder Poam gevraagd of hij mij naar de killing fields bij Siem Reap kan brengen. Natuurlijk kom ik tijdens de Vietnam en Cambodja-reis altijd bij de Killing Fields in Phnom Penh. Als je daar voor de eerste keer komt, word je vanzelf even stil.
De geschiedenis van Cambodja
Als je goed tot je door laat dringen wat zich daar allemaal heeft afgespeeld tussen april 1975 en december 1979, dan wil je alleen maar zwijgen: ieder gesproken woord is er één te veel. Van deze ‘killing fields’ zijn er honderden, verspreid over geheel Cambodja. En hoewel ik al zo vaak in Siem Reap ben geweest, is een bezoek aan dit killing field nooit echt aan de orde geweest.
Deze dag, met Poam, was een goed moment. Poam ken ik al jaren. Hij doet zijn best om voor zijn gezin een redelijk bestaan op te bouwen, in tegenstelling tot veel van zijn collega’s, die graag een deel van hun geld besteden aan bier en vrouwen. Ik ben wel eens bij Poam thuis geweest: een houten huis met een goed verzorgde groentetuin daar omheen. Niet slecht gedaan voor iemand met zijn beroep.
In tegenstelling tot veel Cambodjanen is Poam heel openhartig over de huidige politieke situatie, maar ook over het verleden. Een verleden dat hij van dichtbij heeft meegemaakt. Als we bij het stoepa-achtige gebouw zijn aangekomen waar alle opgegraven schedels van de slachtoffers van het Pol Pot-regime zijn neergelegd, begint Poam te praten.
Ervaringen van een Cambodjaan
‘Ik zal het nooit vergeten,’ begint hij. ‘Ik was nog maar een jochie van 8 jaar oud en wist natuurlijk niet wat er gaande was. Ik weet alleen dat ik altijd honger had en dat ik soms midden in de nacht naar buiten sloop om ergens iets te vinden, rauwe groente of een vrucht. Ik besefte niet hoe gevaarlijk het was, hoewel mijn moeder me vaak gewaarschuwd had het niet te doen. Ik liep de kans bestraft te worden door de soldaten van de Rode Khmer. Maar wat moest ik dan, ik had honger…’
‘Op een avond kwamen de Rode Khmer-soldaten toch langs. Na veel geschreeuw namen ze mijn vader mee. Ik wist niet waar naartoe, maar mijn moeder vertelde mij dat ze mijn vader voor iets nodig hadden. Mijn moeder wilde mij niet bang maken. Veel later vertelde mijn moeder mij dat ze vader gedood hadden, net als zo veel anderen in die tijd.’
Op mijn vraag waarom ze niet de hele familie vermoord hadden, dat was namelijk vaak de gewoonte, bang als de Rode Khmer was dat de familie zich zou wreken, antwoordde Poam dat ze daar waarschijnlijk geen tijd voor hadden. Twee dagen nadat zijn vader was opgepakt, kwamen de Vietnamezen Cambodja binnen. De Rode Khmer vluchtte toen naar de jungle.
Ondanks het zonnetje liepen tijdens het horen van dit verhaal de koude rillingen over mijn lijf.
Volg ons