Pinksteren in Rome: het regent rozenblaadjes
Al sinds mijn jeugd ben ik groot liefhebber van de oude Romeinen. In mijn eerste spreekbeurt schitterde mijn favoriete huisdier door afwezigheid – in plaats daarvan sprak ik over Julius Caesar en die ‘gekke jongens’, de Romeinen. Desalniettemin duurde het tot in mijn twintiger jaren tot ik, gewapend met een diploma oude geschiedenis, de stad der steden voor de eerste keer mocht bezoeken.
Het eerste wat je meestal te horen krijgt van ervaren Rome-reizigers als je vertelt dat je naar Rome gaat, is iets in de trant van ‘op iedere straathoek zie je wel iets bijzonders’. Tijdens mijn eerste wandeling door Rome spande een straathoek de kroon. Wandelend van de Via degli Orfani richting de Piazza della Rotunda wierp ik een eerste blik op het bouwwerk dat voor mij zo symbolisch is voor de stad die door de jaren heen mijn tweede thuis is geworden: het Pantheon.
Architectonisch meesterwerk
Het Pantheon is een architectonisch meesterwerk. Boekenkasten vol beschrijven de bijzondere structuur van het bouwwerk, waarbij de koepel nog wel het meest tot de verbeelding spreekt: een halve cirkel met een diameter van 43,3 meter, vervaardigd uit in één geheel. Eeuwenlang zochten bouwmeesters naar de techniek achter de massieve constructie – het grote geheim: beton waarin licht vulkanisch puimsteen was verwerkt – en nog altijd is het de grootste koepel zonder gewapend beton ooit gemaakt. Pas ten tijde van de renaissance vonden briljante geesten als Brunelleschi (de Duomo in Florence) en Michelangelo (Sint Pieter) andere methoden voor het bouwen van de koepelconstructies waar de renaissance zo vermaard om is. En zelfs zij hebben uiteindelijk het Pantheon als inspiratiebron gebruikt. Saillant detail is dat de inscriptie impliceert dat het bouwwerk stamt uit de tijd van keizer Augustus, terwijl het in feite meer dan 100 jaar ouder is – een eerbetoon van keizer Hadrianus aan de oorspronkelijke opdrachtgever van een eerdere versie van het gebouw, welke door brand was verwoest.
Hoe bijzonder de techniek ook mag zijn, het valt in het niet bij het ontzagwekkende gevoel dat je overvalt als je de voormalige tempel met eigen ogen aanschouwt. Hoewel het Pantheon plunderingen heeft gekend (en dan vooral door de pausen, die het pand ontdeden van brons voor zowel kanonnen als Bernini’s baldakijn), is het bouwwerk zelf grotendeels intact. En is het duidelijk herkenbaar als een religieus gebouw uit andere tijden. Je waant je bijna een tijdreiziger als je je richting de originele bronzen deuren begeeft. Eenmaal binnen zorgt de oculus, het 8,7 meter brede gat in het plafond, voor een letterlijk hemelse verlichting van het interieur. Het is bijna onmogelijk om niet overdonderd te raken van dit prachtige schouwspel.
Terug in de tijd
Als oudheidkundige wordt ik vanzelfsprekend vrolijk van menig ruïne en Rome stelt daarin zeker niet teleur. Het Colosseum, het Forum Romanum, het ‘kattenforum’, de termen van Caracalla, de Via Appia – er zijn weinig plekken op aarde waar de macht en pracht van het oude Rome zo sterk zichtbaar is. Maar wat het Pantheon zo bijzonder maakt is dat je meer dan waar ook de indruk krijgt alsof je 2000 jaar terug gaat in de tijd. Ook al is het interieur inmiddels anders, juist omdat het bouwwerk zo intact – en nog altijd in gebruik – is, waan je je zonder veel inbeeldingsvermogen als een ‘oude’ Romein als je de 16 machtige granieten zuilen voor de ingang passeert. Alleen al de wijze waarop het bouwwerk bijna weggestopt lijkt te zijn te midden van de vele kleine meanderende straatjes (een erfenis van de al in de oudheid notoir chaotische stadsstructuur) draagt bij aan de sfeerimpressie – al mag daar wel bij gezegd worden dat die kleine straatjes waarschijnlijk tegenwoordig een stuk sfeervoller en veiliger zijn dan in antieke tijden.
In de Romeinse tijd fungeerde het Pantheon als tempel, gewijd aan ‘alle goden’ (van het Griekse Pantheion). Waar vele andere heidense panden helemaal werden leeggeroofd voor bouwmaterialen, staat het Pantheon nog fier overeind. Dit komt doordat het in 609 na Christus tot kerk is gemaakt: de Basilica di Santa Maria ad Martyres. Dat verklaart de grotendeels christelijke inrichting van het huidige interieur, en nog altijd worden er christelijke vieringen gehouden.
Pentecoste in het Pantheon
Een bijzonder evenement bij uitstek is wel de Pinkster-eucharistieviering die jaarlijks plaatsvind in het Pantheon. Niet omdat de viering an sich zoveel anders is dan anders, maar omdat deze gekoppeld is een van de vele prachtige tradities die Italië rijk is: het strooien van rozenblaadjes door de oculus van het Pantheon. Deze traditie komt voort uit de Pinksterlegende dat de Heilige Geest zichzelf zichtbaar maakte aan de apostelen in de vorm van vlammetjes. Tijdens de viering worden vanaf het gat in het plafond vuurrode rozenblaadjes naar beneden geworpen, symbool voor het neerdalen van de Heilige Geest. De blaadjes worden naar beneden geworpen door de Romeinse brandweer, de Vigili del fuoco, voor wie deze traditie een bijzondere plaats inneemt.
Als geen ander weet auteur Rosita Steenbreek te verwoorden wat een bijzondere traditie dit is:
“Er klinkt verstild Gregoriaans gezang. Dan draaien de brandweerlieden zich om en vormen een cirkel onder de opening. Ze doen de gelige schermen, waarmee ze zich gewoonlijk tegen de vlammen beschermen, voor hun gezicht. Ze vouwen hun handen.
Iedereen kijkt naar boven, vol spanning, naar de blauwe hemel achter het ronde gat. Fons vivus, ignis, caritas. Levende bron, vuur, liefde. Dan dwarrelen rode rozenblaadjes naar beneden. Ze blijven maar neerdalen, opvlammend in de baan licht. Ze dwarrelen neer op de marmeren vloer, op de hoofden, de armen, de boezems, in een kinderwagen, in de haren van de in het rood gehulde priesters, op de helmen van de brandweerlieden.
Een sterke rozengeur verspreidt zich door de ruimte. De marmeren vloer raakt volledig overdekt met een dikke laag blaadjes. Mensen zijn stil, sprakeloos. Het gaat maar door. Wel een kwartier. In die mengeling van antieke geschiedenis, christelijke boodschap en beeldende kunst daalt de Heilige Geest in de vorm van die rode vlammetjes op ons neer. Iedereen is lange tijd stil en dan barst het gekwetter in alle talen los.” (Rosita Steenbeek, Rome pagina 228-229)
Mijn romantische pinksterbeleving
Hoewel ik na mijn eerste Rome-reis vele malen terugkeerde, gingen er jaren overheen voordat ik de kans had om deze traditie zelf bij te wonen. Toen het eenmaal zover was, had ik samen met vrienden en collega’s ruim van te voren plannen gesmeed om ons te voegen bij de groep mensen die in alle vroegte een rij vormde voor het Pantheon. Maar toen het moment eenmaal daar was, schitterde ik zelf door afwezigheid – en samen met mij, een prachtige jongedame die ik niet lang daarvoor had ontmoet, in park Villa Borghese.
We draaien de klok 5 jaar vooruit. Het was wederom een zonovergoten pinksterochtend en voor deze dag had ik twee verrassingen gepland voor diezelfde prachtige vrouw. De eerste: het bijwonen van de eucharistieviering in het Pantheon, waar bleek dat er niets valt af te dingen aan Rosita Steenbreeks beschrijving De tweede: een bezoek aan park Villa Borghese, waar een huwelijksaanzoek met een volmondig ‘ja’ werd beantwoord.
Ook het Pantheon in Rome bewonderen?
Dit jaar biedt SRC een reis aan naar het fantastische Rome tijdens het pinksterweekend. De viering zelf bijwonen is moeilijk in te passen in het programma, maar de kans is groot dat we later op de dag de rozenblaadjes nog kunnen zien liggen als we het Pantheon bezoeken. Nadat we een wandeling hebben gemaakt door Villa Borghese, natuurlijk. Gaat u mee?
Volg ons