Nijverige nijlpaarden in Tanzania
‘Kom je mee?’, vraagt Jos, een gast uit mijn groep. Ik zit in een van de heerlijke stoelen in de Keniase lodge een boekje te lezen over bavianen. ‘Is er iets speciaals dan?’, vraag ik vanuit mijn heerlijke ligstoel. ‘Ja, je moet echt komen!’, is zijn antwoord.
Dieren nadoen
Ik loop achter hem aan naar het uiteinde van het terrein van de lodge en zie daar de rest van de groep bij het water staan. ‘Henk, ze is er, je kunt beginnen!’ roept Jos. Henk zet zich schrap en brengt het geluid voort van een loeiend nijlpaard. Tot mijn grote verbazing beginnen de nijlpaarden in het water één voor één terug te loeien. Na een korte stilte begint Henk opnieuw en ja hoor, groot en klein, de nijlpaarden antwoorden allemaal, tot grote hilariteit van ons en andere gasten van de lodge die nieuwsgierig zijn genaderd. Tijdens het diner zitten we met z’n allen na te praten over deze bijzondere gebeurtenis en nu blijken er natuurlijk veel meer gasten te zijn die een dierengeluid kunnen imiteren. De een na de ander volgt. Maar zo bijzonder als Henk zijn er weinig!
’s Avonds zitten we nog even na te kletsen met een klein deel van de groep, de rest is naar bed gegaan want morgen is het weer vroeg dag. Opeens zien we Martijn vanuit onze ooghoeken naar de receptie hollen en vervolgens met een lange Masai in zijn kielzog weer terug naar de kamer rennen. Tien minuten later zien we de Masai opnieuw, bulderend van de lach, zijn lege plaats achter de receptie innemen. Ik loop er naar toe en vraag wat er is gebeurd, maar hij weigert ook maar iets over het voorval te vertellen en barst opnieuw in schaterlach uit. Gefrustreerd ga ik naar bed, het lijkt me niet passend bij Martijn en Desirée aan te kloppen, ik zal moeten wachten tot de volgende morgen.
Enge beestjes...
We zitten aan een lange tafel in de ontbijtruimte en daar komen dan eindelijk Martijn en Desirée aan. ‘Wat is er gebeurd?’ Martijn doet zijn relaas. Toen ze gisteravond op de kamer kwamen zag Desirée dat er zich tot haar grote schrik iets onder de dekens bevond, ongeveer in het midden van het 2-persoonsbed. Het was ca 30 centimeter lang, 20 centimeter breed en 10 centimeter hoog. Nadat beiden het van een afstandje nauwlettend hadden bestudeerd, besloot Martijn er een duwtje tegen te geven. Tot zijn grote ontsteltenis bewoog het en het voelde bovendien warm aan. Gelukkig bleef het daarna weer stil liggen, maar dit moest wel een heel vreemd beest zijn, was hun conclusie. ‘En wie weet, hoe giftig of gevaarlijk het kan zijn’, voegde Desirée er aan toe. Hoe was het in godsnaam op hun kamer gekomen, ze hadden de deur de hele tijd dicht gehad! ‘Wat te doen?’, vroegen ze zich in paniek af.
Martijn besloot er een Masai bij te halen, die zijn immers voor niets en niemand bang. Desirée wachtte angstvallig buiten hun kamer op redding. De Masai kwam onmiddellijk en opende de deur. Zij stonden achter hem en wezen angstig naar de beruchte plek in hun bed. De Masai schoot in de lach, trok de dekens weg, pakte het ‘bijzondere beest’ en hield deze lachend voor hun ogen. Het bleek een doodeenvoudige, geheel onschuldige kruik te zijn. Het personeel was zo aardig geweest hun bed te verwarmen als comfort voor een frisse nacht, niet beseffend dat het op enigerlei andere wijze geïnterpreteerd zou kunnen worden.
Napratend over vreemde dierenimitaties en bijzondere beesten stappen we in de jeeps op weg naar het volgende avontuur in Tanzania!
Volg ons