Muziekstad Wenen
Wenen is een muziekstad pur sang. Hier gaf Mozart zijn eerste concerten, zette Beethoven met zijn revolutionaire muziek de boel flink op stelten, schreef Bruckner zijn monumentale symfonieën en ontwierp Mahler zijn orkestrale universum.
Muzikale grootheden
Ik kom er vaak als reisleider van SRC. Met enthousiasme laat ik de vele plekken zien waar de muzikale beroemdheden gewoond en gewerkt hebben. Maar één befaamde zoon van de stad ontbreekt meestal. Graag zou ik gasten meenemen naar de Auerspergstrasse, waar hij in de herberg Zur Stadt Belgrad zijn eerste successen behaalde. Of naar Casino Dommayer in Hietzing, waarin hij onsterfelijke triomfen vierde. Want Johann Strauss jr. over hem heb ik het - was veruit de beroemdste componist die Wenen in de 19e eeuw heeft gekend.
Zijn vader was al beroemd geworden met de opzwepende wals: een echte Weense dans ontstaan uit de volkse Ländler die een populaire paardans bij de boerenbevolking van Oostenrijk was. In de buurt van Wenen werd die al sneller gedanst en groeide zo uit tot de zwierige wals. Het werd een ware rage in de stad. Iedereen danste de vurige en zinnelijke Weense wals. Johann Strauss sr. had een beroemd dansorkest, waarmee hij op diverse plekken in de stad speelde.
Het dansimperium van Strauss jr.
Strauss jr. nam het stokje na zijn dood over en bouwde het uit tot een waar dansimperium. Met een aantal orkesten trad hij op in alle grote danszalen en herbergen, waarbij hij ook zijn beide broers Josef en Eduard betrok. Hij ging op tournee door heel Europa, kwam jaarlijks bij de Russische tsaar en kreeg ook Amerika aan zijn voeten. Als Hofball-Musikdirektor verkeerde hij op persoonlijke voet met de Oostenrijkse keizer en ging hij regelmatig voor hem op een informele diplomatieke missie. Met zijn operettes veroverde hij al gauw de grote Weense theaters.
Wagner en Bruckner hadden grote bewondering voor deze walsenkoning. Met Brahms was hij persoonlijk bevriend. Op een keer waren beide vrienden weer eens aan het kuren in Bad Ischl, midden in de Alpen. Na een gezellig diner nam Brahms een servetje waarop hij de eerste maten van ‘An der schönen blauen Donau’ schreef. Daaronder schreef hij fijntjes: ‘Leider nicht von Johannes Brahms’.
Hoe zou het geweest zijn om in één van de danszalen onder zijn leiding Wiener Blut of Frühlingsstimmen te kunnen dansen? Gelukkig staat er in het Stadtpark een prachtig gouden beeld van de dansmeester. En ook zijn graftombe op het Zentralfriedhof mag er zijn. En met een beetje geluk kan ik u meenemen naar een concert in de Hofburg of de Kursalon, waar een heus dansorkest in kostuum oude tijden even laat herleven. Danst u eens met mij mee op een reis naar Wenen?
Volg ons