Meeswingen op een Grieks naamdagsfeest
Het is 26 juli en het bergdorp Metsovo viert de naamdag van haar geliefde heilige naar wie ook het leistenen kerkje op het plein vernoemd is: Agia Paraskevì (Heilige Vrijdag). En wij, die vijftien dagen onderweg zijn op een SRC-reis door Griekenland, vallen met onze neus in de boter.
Feestgedruis
Ja, ik kan me die dag vorig jaar zomer nog heel goed herinneren. Wat een feest was dat en wat een voorrecht ook om daar als buitenstaander gewoon aan mee te mogen doen. Want dat is wat er gebeurde. En wat er trouwens altijd gebeurt, als er ergens in Griekenland iets te vieren valt: je wordt onmiddellijk uitgenodigd mee te delen in de feestvreugde.
Luid briesend komt een stel paarden aan galopperen. Hun hoeven schrapen weg over de kale klinkers. De steile, kronkelende straatjes in het bergdorp lijken te smal voor al dit aanstormende geweld. Maar behendig drijven de trotse ruiters hun dieren opzij en voorwaarts. Kloeke mannen zijn het uit het bergdorp Metsovo. Ze dragen hun traditionele dracht met de plooirok, de slobkousen en de pompoenschoenen. Ook de zoon van de eigenaar van ons hotel waar we altijd verblijven, zit fier op zijn ros. Hij steekt even zijn hand op en stuift dan weg. Zijn paard draagt rode pluimen en draperieën van kleurrijke kralen en er ligt een witte schapenvacht over zijn rug gedrapeerd. Natuurlijk, Metsovo is het dorp van de Vlachische schapenherders.
Iets verderop wordt een kleine Metsovaan ook op een paard gehesen. Het dier is wat onrustig en schudt onwillig met zijn manen. De kleine jongen, eveneens in klederdracht, kijkt vanaf zijn wel erg hoge positie ietwat onzeker om zich heen. Maar hij wil zich niet laten kennen en recht zijn rug. Zijn vader staat druk te praten met buren en kennissen. Apetrots is hij, dat zijn zoon vandaag tijdens de paardenraces ook van de partij zal zijn. Nou ja, langs de zijlijn dan. Een volgende groep ruiters stuift luidruchtig voorbij. Belletjes, stevig ingeknoopt in gitzwarte manen en paardenstaart, rinkelen vrolijk.
Op het kerkplein, met zijn zwevende, lichtgroene platanen speelt een orkestje. De muzikanten dragen sneeuwwitte en donkere snorren. De huid van hun gezichten ziet er gegroefd uit en is getaand door de zon. Ze glimlachen breed en sluiten even hun ogen terwijl ze genieten van hun eigen muziek. Eén van hen heeft zich eveneens in klederdracht gehuld en draagt een pistool tussen zijn riem. Met zijn donkere kraalogen kijkt hij strijdlustig om zich heen. Er wordt klarinet bouzoúki en viool gespeeld. De grote trom mag natuurlijk niet ontbreken. De melodie zweept heerlijk op en laat iedereen meedeinen. Ik voel mijn eigen heupen ook meewiegen en mijn schouders draaien soepel in het rond. Je wordt heerlijk vrolijk van deze muziek. Nog even en het plein zal veranderen in een golvende zee van dansende, rondwervelende, hoog opspringende en luid zingende Metsovanen.
Ook dit jaar in juli kunnen SRC-gasten opnieuw dit bijzondere feest beleven. We zullen weer op dat sfeervolle plein staan, meeswingend en meezingend. Maar we kunnen vooral ook weer enorm veel mooie plaatjes schieten, zoals trouwens ook de Metsovanen zelf dat doen. Want het is een feest voor het oog om al die prachtige mensen voorbij te zien trekken, de beeldschone dames vooral, gehuld in ogenstrelende kleuren, stoffen en patronen.
Heilige vrijdag
26 juli lijkt nog ver weg natuurlijk, maar ik kan me zo voorstellen dat de vrouwen van Metsovo deze winter al even hun prachtige fluwelen jurken en rokken en glanzende schorten en hoofddoeken tevoorschijn hebben gehaald om ze te inspecteren. Terwijl buiten straatjes en daken van leisteen schuilgingen onder dikke pakken sneeuw, knapperde binnen het haardvuur. Glinsterde al dat zilver- en goudborduursel en de vele rijen muntjes, die de hoofddoeken versieren, zacht in het schijnsel van de flakkerende vlammetjes. IJverig zullen de meisjes aan het verstellen en repareren zijn geslagen of een nieuw borduurwerk zijn begonnen. Want iedereen draagt zorg voor zijn eigen traditionele kleding. Iedereen wenst straks op 26 juli natuurlijk weer te kunnen schitteren en vlammen. Dat gaat de dames zeker lukken.
En wij? Wij hoeven ons alleen maar in de schaduwen van één van de platanen te nestelen. Wellicht zit er naast ons op het muurtje al een groepje oude mannen met hun herdersstokken te wachten. En wellicht komt iemand ons iets te eten brengen, want zonder eten kan een Griek geen feestvieren. Boven onze hoofden, verscholen tussen de breed uitwaaierende takken, zullen wellicht enkele kleine Metsovanen hun eigen feestje vieren met Griekse vlag, houten zwaard en mini-pistool. Vlak voor ons zal uiteindelijk een onafgebroken, kleurrijke parade aan prachtig uitgedoste vrouwen en mannen voorbijtrekken. Want iedereen komt natuurlijk naar de kerk toe en wil voor de ingang graag een kaarsje opsteken en de rondzwierende papàs de hand schudden. Men bekijkt ook elkaars feestelijke verschijning, begroet en feliciteert elkaar en verdwijnt dan even in het lieflijke leistenen kerkje met haar prachtig vergulde iconostasis. Want, we zouden het bijna vergeten, het is natuurlijk wel Agia Paraskevì, de Heilige Vrijdag, waar het op 26 juli allemaal om draait.
Volg ons