Joseph Haydn en Wenen
De afgelopen jaren heb ik al heel wat voetstappen gezet in de muziekstad Wenen met bezoeken aan beroemde plekken als de Staatsoper en de Musikverein. Nooit ontbreekt een feestelijk concert in de Hofburg, de Karlskirche of de Kursalon met werken van beroemde Weense componisten als Mozart, Beethoven, Brahms, Strauss Jr. en Mahler.
Onterecht onbekender
Maar er is een muzikale zoon van Wenen die er vaak bekaaid afkomt: Joseph Haydn. En dan te bedenken dat hij één van de beroemdste componisten is geweest die ooit heeft geleefd. In de stad is heel wat over hem terug te vinden. Het was de monumentale Stephansdom waar hij als jonge jongenssopraan zijn carrière begon. Hij zong de prachtigste solo’s en het had niet veel gescheeld of men had hem, om die mooie hoge stem te bewaren, een ‘handje’ geholpen. Het verhaal wil dat zijn vader hem maar net op tijd van de behandeltafel weggriste. Zijn oude dag sleet hij in Windmühle – toen een buurtschapje net buiten de stad, tegenwoordig onderdeel van de wijk Mariahilf – waar hij tot zijn dood in 1809 woonde. Zijn voormalige woonhuis in de Untere Steingasse, omgedoopt tot Haydngasse, is als museum ingericht.
Maar voor de echte Haydn moeten we Wenen verlaten en afreizen naar Eisenstadt, 60 kilometer ten zuiden van Wenen. Daar had de steenrijke adellijke familie Esterházy een schitterend kasteel, waar Nikolaas Esterházy resideerde. Hij werd ‘de prachtvolle’ genoemd en besteedde een vermogen aan kunst en cultuur. Bij hem was Haydn bijna 30 jaar in dienst als kapelmeester en had er de beschikking over een aardig hoforkest.
Maar hij moest er keihard voor werken. Elke voormiddag moest hij stipt om 12 uur in livrei aantreden om de bevelen voor die dag in ontvangst te nemen. En altijd waren er wel concerten waarvoor symfonieën, strijkkwartetten en ook operavoorstellingen geschreven moesten worden. Haydn heeft ze in onvoorstelbare hoeveelheden nagelaten. Nikolaas was zelf ook enthousiast amateurmusicus die de baryton bespeelde, een ook toen al ongebruikelijk strijkinstrument dat wel iets van een gamba had, waarvoor Haydn meer dan 120 werken schreef. Zelf had hij een klein huisje in de stad, waar hij met zijn vrouw – kinderen had hij niet – woonde. Uiteraard is ook hier tegenwoordig een Haydn-museum te vinden.
De roem van Haydn
Maar de prins - niet tevreden met zijn slot in Eisenstadt - liet een eindje verderop een nog veel luxueuzer paleis bouwen dat als Esterházy de geschiedenis is ingegaan en al snel de bijnaam ‘Hongaars Versailles’ kreeg. Hier had Haydn een concertzaal en een compleet operatheater tot zijn beschikking.
In 1790 was het plotseling afgelopen. Na de dood van Nikolaas kwam een andere Esterházy aan de macht die geen belangstelling voor muziek had en alle musici ontsloeg. Maar Haydn was toen al zo bekend geworden dat hij zich als vrij man in Wenen kon vestigen om van zijn roem te genieten. In 1809 overleed Haydn in Wenen en werd daar begraven. In 1820 liet de toenmalige vorst van Esterházy hem herbegraven in Eisenstadt. Een terecht eerbetoon voor een van de grootste componisten van Oostenrijk. Groot was echter de verbazing dat de schedel ontbrak. Onbekenden hadden die gestolen om aan de hand van het hoofd van Haydn zijn genialiteit te bestuderen. Via via kwam de schedel in bezit van de Weense Gesellschaft de Musikfreunde. Pas in 1954 werd deze weer met de rest van het lichaam verenigd en bijgezet in een prachtig mausoleum in de Haydn-Kirche te Eisenstadt.
Volg ons