Een touringcar vol Chinese toeristen
Met een knaap van zeven op het zadel op de stang en een knaap van acht op de bagagedrager, begaf ik me naar het voetbalveld. Even buiten onze poort heb je een 'grachtje', zo'n kunstmatig geval zonder naam waarvan iedere nieuwe wijk in Nederland er minimaal een paar moet hebben. Wat struikjes, wat bloemetjes en wat ganzen, eenden en zwanen.
Het Hollandse plaatje
Tot mijn verbazing werd mijn doorgang geblokkeerd door een touringcar, waaruit naar schatting 50 Chinezen stroomden, die allemaal druk in de weer gingen om het Nederlandse waterlandschap op de gevoelige plaat te leggen. Ik stopte keurig, en binnen een mum van tijd waren mijn medepassagiers en ik het middelpunt van een fotosessie.
Ze leken erg content met dit 'typisch Hollandse' plaatje, en lieten me regelmatig de gemaakte foto’s zien. Fatsoenlijk glimlachte ik vriendelijk en bemoedigend. 'Heel mooi.' 'Ja, ook heel mooi.' 'Hoewel deze verdacht veel lijkt op die andere vind ik hem toch heel mooi'.
Zouden ze weten dat ik in het gelukkige bezit ben van een spiegel, en dus enigszins gewend aan een weergave van mezelf? De knapen bekeken het tafereel met verbazing, en probeerden zich een voorstelling te maken van hoe het moet voelen om een beroemde voetballer te zijn.
Beauty is in the eye of the beholder
Zo snel als ze gekomen waren vertrokken ze weer. Een seintje van de reisleider was voldoende. Mijn Chinese collega had de wind er goed onder zitten! Ineens moest m'n zoontje heel hard lachen. ‘Nou is het eens een keertje andersom, papa!’ Dat was natuurlijk de spijker op z'n kop. Hoe vaak heb ik diezelfde blik niet gezien in India, of Birma, of België. Mensen die vriendelijk knikken, maar bij zichzelf denken: waarom zetten ze deze aftandse pagode in hemelsnaam op de foto? We hebben een gloednieuwe net verderop!
Waarschijnlijk is dat de essentie van reizen. ‘Beauty is in the eye of the beholder’. Wat je mooi vindt, of interessant, is geen absolute waarheid, maar een resultaat van de culturele en economische context waarin je je dagelijkse leven doorbrengt. Een oude pagode voor een Nederlander, een fietser met kinderen voor een Chinees, fjorden voor een Nederlander, de wijnafdeling van de AH of Jumbo voor een Noor.
Als je reist leer je zelf veel, maar ook de ‘lokale bevolking’ wordt weer gewezen op het mooie in hun directe omgeving. Dingen die zo alledaags waren geworden dat ze niet meer opvielen, worden weer met een frisse blik bekeken. Ik sta nu wel eens letterlijk en figuurlijk stil bij het grachtje zonder naam, en geniet van de zwanen en ganzen (op gepaste afstand, dat wel) en het kabbelende water. Toch wel mooi! Bedankt Chinese toeristen, dat jullie me daar even op gewezen hebben!
Volg ons