Een Chinese vrouw - deel 8
In China bestaat het grootste gedeelte (circa 91%) van de bevolking uit Han-Chinezen. Daarnaast leven er in China nog 55 minderheden. Veel van de leefgebieden van hen heb ik mogen bezoeken en als ik al die plekken in beelden aan mij voorbij laat gaan, dan zijn er drie die de meeste indruk op mij hebben gemaakt: de provincie Xinjiang waar de Oeigoeren wonen, het ruige Tibet en natuurlijk mijn favoriete provincie Yunnan waar maar liefst 25 minderheden wonen.
De Naxi's in Lijiang
De in de omgeving van Lijiang wonende minderheid van de Naxi’s is waarschijnlijk de meest aansprekende. Hun matriarchale cultuur wijkt, als je de verhalen allemaal mag geloven, sterk af van wat als standaard wordt ervaren in China. Volgens deze verhalen zouden de vrouwen van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat zich bezighouden met én het huishouden én het werk op de velden, terwijl hun mannen ‘druk’ waren met theedrinken, muziekspelen en liederlijke gedichten schrijven voor hun vrouwen die ze dan mochten voordragen als hun vrouw ’s avonds laat thuiskwam. Ziet u het voor zich dat u als vrouw ’s avonds laat thuiskomt, uw man de hele dag heeft geluierd en hij u dan gaat verblijden met een gedicht van eigen pen? Ik schat het zo in dat de meerderheid van de westerse vrouwen hun man een schop onder zijn achterste zouden verkopen in plaats van idolaat naar zijn gedichten te luisteren.
Meestal mocht ik in Lijiang samenwerken met een vrouwelijke Naxi-gids. Met hen heb ik het er natuurlijk vaak over gehad of de moderne Naxi-vrouw ook nu nog dit gedrag van hun mannen zou accepteren. Het antwoord was dan een heel duidelijk nee, ook de Naxi-man moet tegenwoordig terecht net zoveel bijdragen als de vrouw. Feit is wel dat de Naxi-vrouw nog steeds zeer hard werkend, ondernemend en daadkrachtig is: een Naxi-vrouw laat zich niet snel de kaas van het brood eten. Een prachtig voorbeeld hiervan is Diana, een Naxi-gids waar ik niet alleen zeer vaak mee heb samengewerkt maar ook ’s avonds nog mee optrok in Lijiang. Zij liet mij vaak de minder toeristische straatjes zien of we gingen een cd-winkel in om samen naar muziek te luisteren. Het was wel bijzonder dat haar voorkeur uitging naar westerse klassieke muziek; ze had vooral een voorliefde voor de walsen van Strauss.
Jade van een Tibetaanse prinses
Toen we een keer overdag met onze gasten nog tijd over hadden, vroeg Diana of wij interesse hadden in jade. Lijiang is beroemd om de daar verkochte jade. Toen Diana mij dat vroeg ging er wel direct bij mij een belletje rinkelen; waarom wilde ze ons die jade laten zien? Was dat omdat ze echt wilde dat wij Nederlanders konden zien wat voor mooie jade-sieraden er gemaakt werden of was het omdat ze een centje aan commissie kon bijverdienen? In China was het heel gebruikelijk dat je tijdens een reis twee of drie fabrieken/winkels ging bezoeken, waar kon zien hoe de meest prachtige spullen gemaakt werden. Er was natuurlijk ook altijd de gelegenheid om iets te kopen… Vooral een bezoek aan de parels en de zijde viel meestal zeer in de smaak van mijn vrouwelijke gasten. Hoewel ik dat nooit heb kunnen bewijzen, weet ik zeker dat de gidsen daar ook iets aan verdienden. Dat kon ik gewoon zien aan hun al dan niet vrolijke gedrag na afloop van zo’n bezoek. Omdat ik in Lijiang niet nog eens een verkoopdemonstratie wilde meemaken, vroeg ik heel expliciet aan Diana of we naar een winkel gingen of dat er echt alleen maar getoond werd hoe de jade-sieraden gemaakt werden.
Oh nee, zei Diana, de plek waar we naar toe gaan is heel speciaal, deze werkplaats wordt gerund door een afstammeling van een Tibetaanse prinses. Zij is beroemd om haar creativiteit met jade en ja natuurlijk wordt er wel ‘iets’ verkocht maar het gaat om de kunst. Haar verhaal bracht ik zo over op mijn gasten en omdat iedereen wel iets speciaals wilde zien gingen we z’n allen naar deze hele speciale werkplaats om getuige te mogen zijn van al het moois dat daar gemaakt werd.
Hoe het er daar werkelijk uitzag, leest u in het laatste deel van deze serie.
Volg ons