De geschiedenis van reisbagage

Door reisleider John | 14-07-2023

Gemak dient de mens! Als we tegenwoordig op reis gaan pakken we ons rolkoffertje en kunnen ons nog nauwelijks voorstellen dat er ooit een tijd is geweest waarin onze bagage niet zo handzaam en mobiel was.

Tot ver in de 19e eeuw reisde de aristocratie nog per oceaanstomer of Oriënt-Express met een of meer loodzware kisten. Die hoefden ze uiteraard niet zelf te tillen, want daar hadden ze personeel voor. Je bestelde niet alleen je bagage bij een gerenommeerde kistenmaker maar je kon daar ook vaak gebruik maken van de diensten van een zogenaamde ‘pakker’: iemand die de kisten ook nog voor je inpakte. Voordat de inmiddels wereldberoemde Louis Vuitton voor zichzelf begon was hij de favoriete pakker van keizerin Eugenie, echtgenote van Napoleon III. En het was diezelfde Louis Vuitton die een kist ontwierp met een platte deksel in plaats van een ronde waardoor de kisten gestapeld konden worden. Met name aan boord van schepen was dit veel efficiënter qua ruimtegebruik.

Van dragen naar rollen

Pas rond 1900, met de opkomst van het massatoerisme, kwamen de eerste koffers in beeld. Door meer geld en vrije tijd konden ook veel meer mensen reizen. En omdat deze mensen geen Grand Tour gingen maken van een aantal maanden en ook geen personeel in dienst hadden, nam de vraag naar kisten af en werd de koffer die je zelf kon – moest! – dragen steeds populairder.

Het duurde echter nog tot 1970 voordat Bernard Sadow bedacht om wieltjes onder een koffer te monteren en voilà, de vliegtuigkoffer was geboren. Van zwart tot kanariegeel: wie er bij wilde horen ging met zijn hard plastic gevaarte – vaak met bijpassende beautycase! – naar Schiphol. Robert Plath, een piloot bij North West Airlines, bedacht in 1987 de trolleykoffer en de rest is geschiedenis… De rolkoffertjes zijn zó populair dat men in sommige steden die drukbezocht worden door veel toeristen al spreekt van rolkofferterreur vanwege het voortdurende geratel van de wieltjes!