Bezienwaardigheden Ghana

Accra, de hoofdstad van Ghana, is één van de weinige grote steden in West-Afrika waar Engels de voertaal is. De stad ligt aan zee en kent dus naast al zijn echte Afrikaanse stoffigheid en chaos ook de zilte zeelucht op de standen langs de kust van de Atlantische Oceaan. Ghana was tot 1957 een Britse kolonie. Voor Kwame Krumah, Ghana's eerste president na de onafhankelijkheid, verrees in Accra een herinneringspark rond zijn mausoleum. Het mausoleum herbergt het stoffelijk overschot van Dr. Kwame Nkrumah en zijn vrouw Fathia Nkrumah. Het stelt een ​​omgekeerd zwaard voor dat in de Akan-cultuur een symbool van vrede is. Aan het memorial park grenst het Black Star Square, dat symbool staat voor de strijd tegen de Britse kolonisatie.

Kumasi is na Accra de grootste stad van het land. en was de hoofdstad van het oude Ashanti-rijk. De geboorteplaats van oud-secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Kofi Annan is is dichtbevolkt, druk en chaotisch. Zeker in het oude centrum dat zich centreert rond het Britse fort dat het verwoeste paleis van de Asantehene verving in 1896 zult u dat ervaren. De nieuwere buitenwijken zijn opener en moderner met een doordacht stratenplan, parken en meer rust. In Kumasi kunt u meer leren over het Ashanti-koninkrijk. Een keer in de zes weken kunt u hier Akwisidae-festival bezoeken, waar u de Ashanti koning kunt zien. Dit festival is een viering van de Ashanti-cultuur: een dag vol dans en muziek, opgevoerd door de inwoners van Kumasi en andere naburige steden en dorpen.

Langs de Goudkust werden door de West-Indische Compagnie (WIC) voor de trans-Atlantische slavenhandel forten en/of versterkte handelsposten gebouwd of veroverd. Fort Sint George is zo'n handelspost. Het is in 1482 gebouwd door de Portugezen die dan nog oppermachtig in het gebied zijn. Al vanaf het einde van de 15e eeuw handelen de Portugezen op de West-Afrikaanse kusten in goud en slaven. Het in 1637 door de vloot van Johan Maurits van Nassau veroverde fort wordt door de WIC gebruikt om tot slaaf gemaakte Afrikanen gevangen te houden, om ze vervolgens per schip naar Amerika te verhandelen. In de kelders worden de Afrikanen in duistere ruimtes gevangen gehouden. Aan de zeezijde zit de ‘door of no return’. Afrikanen die gedwongen worden hier doorheen te lopen, komen nooit meer thuis. Vanaf het begin van de zestiende eeuw tot ongeveer 1870 zijn vanuit Afrikaanse forten meer dan tien miljoen mensen naar Amerika verscheept om daar op de (suiker)plantages dwangarbeid te verrichten.

Het fort Cape Coast Castle ligt op 10 kilometer ten oosten van Elmina bij de gelijknamige stad Cape Coast. 'Cabo Corso', wat 'korte kaap' betekent, is de naam die de Portugezen hebben gekozen voor de lokale nederzetting waar hun handelspost in 1555 werd gebouwd. Hendrik Carloff (een ex-ambtenaar van de WIC) gaf in 1650, in opdracht van de Zweedse Afrikacompagnie, bevel tot de bouw van een fort. In 1658 werd het overgenomen door Denemarken. Aanvankelijk diende het fort als handelspost voor goud en ivoor, maar geleidelijk aan werd de slavenhandel het dominante element van de handel. Cape Coast Castle diende als gevangenis tot deze mensen getransporteerd werden naar de koloniën in Noord- en Zuid-Amerika. In de kelders brachten zij soms maanden door in afwachting van de verscheping.

De Larabanga-moskee wordt beschouwd als de oudste moskee in Ghana en West-Afrika. Het wordt in de volksmond het 'Mekka van West-Afrika' genoemd vanwege de rijke historische en architectonische waarden. Men denkt dat de moskee dateert uit 1421 en is gebouwd door de islamitische handelaar genaamd Ayuba, die door het gebied reisde. Volgens de overlevering sliep Ayuba in het gebied en had hij een droom waarin hij de opdracht kreeg om een ​​moskee te bouwen. Toen hij de volgende ochtend wakker werd, was de fundering van de moskee op mysterieuze wijze verschenen, dus ging hij door met de bouw totdat de moskee voltooid was. De moskee is gemaakt van modder en stok, in Soedanese stijl. Direct naast de ingang staat een grote baobabboom, waaronder Ayuba's stoffelijk overschot begraven ligt.

In Ghana is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in diverse natuurparken, om ze weer in oude glorie te herstellen. Mole National Park, in het noorden van het land, is het grootste nationale park van Ghana en beslaat ongeveer 4.840 km². Hier vindt u nog ongerepte wildernis. Het natuurpark bestaat voornamelijk uit savanne- en bosgebieden, waar olifanten, buffels, vele antilopensoorten, nijlpaarden, leeuwen en luipaarden leven. De beste tijd om Mole National Park te bezoeken is in het droogteseizoen (onze winter), wanneer er mindere bladeren aan de struiken zitten en er minder waterplassen zijn waar de dieren kunnen drinken.